Van 27 mei tot 11 juni 2006 heb ik een wandelreis gemaakt naar het Hoge Atlas gebergte in zuid Marokko. De reis was georganiseerd door Djoser wandelreizen.
In het ruige Atlasgebergte leiden de Berbers een hard bestaan. Door het ontbreken van wegen zijn hun dorpjes moeilijk bereikbaar, ze liggen geïsoleerd maar fraai in de valleien op de meest onvruchtbare stukjes van het land dus op de kale rotsen. Dat heeft 2 voordelen; het geeft een goede en stevige ondergrond om op te bouwen en de spaarzame vruchtbare gronden blijven beschikbaar voor akkerbouw. Al wandelend en begeleid door Berbers met lastdieren maakte ik kennis met deze fascinerende streek en haar bewoners. 

We maakten een 13 daagse trekking door het mooiste gebied van de Hoge Atlas met als hoogtepunt de beklimming van de Jebel Toubkal die met zijn 4165 meter de hoogste berg is van Noord-Afrika.
De presentatie neemt u mee op een tocht langs de vele kleine nederzettingen met leem gemetselde huizen.
De kleuren van het ruige gesteente en de begroeiing van de hellingen zijn zeer variabel, wat voor prachtige plaatjes en afwisselende panorama’s zorgde. De flora heb ik deels met macrofotografie in beeld gebracht.
De reis begon en eindigde in Marrakech, wellicht de meest levendige stad van Marokko. Daar heb ik o.a. een bezoek gebracht aan de oude stad met een grote verzameling oude bouwkunst in de vorm van paleizen, moskeeën, oude stadspoorten en niet te vergeten het levendige plein Jemaa el-Fna. De serie wordt afgesloten met een bezoek aan de schilderachtige tuin Majorelle, een klein botanisch paradijs, dat de Franse schilder en meubelmaker Louis Majorelle in 1931 met veel gevoel voor kunst in een typische Marokkaanse stijl heeft aangelegd.